Lofzang op de Unterharz

Een van de laatste oerbossen van Europa ontvouwt zich in de Unterharz. Doordrenkt met de oevers van de rivieren van de Selke en Bode ontstaat er een beeld van ongelofelijke schoonheid. Als twee prachtige zussen stromen ze; de één zacht en liefelijk; de ander wild en bandeloos. Diep door de wouden naar het Harzer voorland.

Allereerst de liefelijke Selke. Omgeven door loofbos en velden slingert zij zich gracieus een weg over het Harz-plateau. Aansluitend neemt ze reusachtig in snelheid toe en stroomt ze met geweldige kracht door donkere bossen en langs uitstekende klippen om vervolgens bij Mägdensprung weer behaaglijk voort te kabbelen. Om goede redenen staat het gebied van het Selketal , ongeveer 70 ha. onder natuurbescherming . Zeldzame dieren en verschillende plantensoorten hebben hier een leefgebied. Hier vindt de Selke gemoedelijk haar weg en verrast regelmatig met prachtige uitzichten. Het pad door het dal voert langs oude burchten, door adembenemende beukenbossen en over ruime velden tot aan het Harzer voorland.

Heel anders is het voor de Bode. Zij schuimt en briest en raast. Het dal van de Bode is het machtigste rots massief noordelijk van de Alpen. Steile kloven en ruige natuur kenmerken het Bodetal. Bij een bezoek mag een tocht door het Bodetal eigenlijk niet ontbreken. Ontoegankelijk en ruw doemen de rotsen hier tot zo’n 250 meter op. Hoe dieper je het dal binnendringt, des te smaller wordt de kloof. De rotsformaties dagen de verbeelding uit. Van reuzen; tronen tot kantelen; zuilen en naalden.